๐๐ข๐ฏ๐ต ๐ป๐ฐ ๐ฉ๐ฐ๐ฐ๐จ ๐ข๐ญ๐ด ๐ฅ๐ฆ ๐ฉ๐ฆ๐ฎ๐ฆ๐ญ ๐ช๐ด ๐ฃ๐ฐ๐ท๐ฆ๐ฏ ๐ฅ๐ฆ ๐ข๐ข๐ณ๐ฅ๐ฆ,
๐ป๐ฐ ๐ท๐ฆ๐ณ ๐จ๐ข๐ข๐ฏ ๐ฎ๐ช๐ซ๐ฏ ๐ธ๐ฆ๐จ๐ฆ๐ฏ ๐ซ๐ถ๐ญ๐ญ๐ช๐ฆ ๐ธ๐ฆ๐จ๐ฆ๐ฏ ๐ต๐ฆ ๐ฃ๐ฐ๐ท๐ฆ๐ฏ
๐ฆ๐ฏ ๐ฎ๐ช๐ซ๐ฏ ๐ฑ๐ญ๐ข๐ฏ๐ฏ๐ฆ๐ฏ ๐ซ๐ถ๐ญ๐ญ๐ช๐ฆ ๐ฑ๐ญ๐ข๐ฏ๐ฏ๐ฆ๐ฏ. (๐๐ฆ๐ด๐ข๐ซ๐ข 55:9)
Kun jij vertrouwen in deze tijd?
Durf je de controle over alles wat je niet inde hand hebt ook los te laten?
Bij mij gaat dit niet โvanzelfโ
Ik moet me echt richten naar woorden als deze hierboven .
Want hoe waar het ook is dat God mij mijn verantwoordelijkheid geeft om in mijn leven keuzes te mogen maken.
Ik heb niet altijd de oplossing paraat.
Vroeger niet en in deze tijd van vele meningen ook niet.
Wat ik wel ervaar dat ik stilgezet wordt, anders ga nadenken, los wil laten waar ik controle over wil houden.
Omdat het me niet helpt, omdat het stress geeft en ik niet voluit kan leven zo.
Daarnaast wil ik mezelf serieus nemen. En dat mag jij ook doen. Want hoe kijkt God naar jou?
Kijkt hij zo naar jou als jij naar jezelf kijkt?
Of kijkt Hij met liefde naar je en wil Hij je โgerustโ stellen in deze wereld van onrust?
Als ik vandaag deze woorden leesโฆdan is het of alle onrust en chaos neerdwarrelt.
Ik adem diep en er komt meer rust.
Ik hoef het niet alleen te doen.
Ik hoef niet alles te weten.
ik hoef niet alles op te lossen.
En dan lees ik de woorden over en over โฆ:
Zijn wegen gaan hoger, Zijn plannen ook!
Hij is God. En Hij is onze Vader die weet hoe mijn leven verder gaat, hoe jouw leven verder gaatโฆ
Zo mogen we elke keer als we onrustig zijn onze blik weer richten op Jezus.
Hij is en was en zal zijn.
Ga je mee?
Rustig worden midden in de onrust? Zullen we onze hand weer in de Zijne leggen?
En deze dag, deze week in dat vertrouwen gaan leven?
Zo oefenen om meer te vertrouwen, want Zijn wegen hoger zijn dan die van ons.
๐๐ฆ ๐๐ฆ๐ฆ๐ณ ๐ป๐ฆ๐ญ๐ง ๐จ๐ข๐ข๐ต ๐ท๐ฐ๐ฐ๐ณ ๐ซ๐ฆ ๐ถ๐ช๐ต, ๐๐ช๐ซ ๐ป๐ข๐ญ ๐ซ๐ฆ ๐ฃ๐ช๐ซ๐ด๐ต๐ข๐ข๐ฏ ๐ฆ๐ฏ ๐จ๐ฆ๐ฆ๐ฏ ๐ฎ๐ฐ๐ฎ๐ฆ๐ฏ๐ต ๐ท๐ข๐ฏ ๐ซ๐ฆ ๐ป๐ช๐ซ๐ฅ๐ฆ ๐ธ๐ช๐ซ๐ฌ๐ฆ๐ฏ.
๐๐ฆ๐ฆ๐ด ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต ๐ฃ๐ข๐ฏ๐จ ๐ฆ๐ฏ ๐ญ๐ข๐ข๐ต ๐ซ๐ฆ ๐ฅ๐ฐ๐ฐ๐ณ ๐ฏ๐ช๐ฆ๐ต๐ด ๐ฐ๐ฏ๐ต๐ฎ๐ฐ๐ฆ๐ฅ๐ช๐จ๐ฆ๐ฏ.
(๐๐ฆ๐ถ๐ต๐ฆ๐ณ๐ฐ๐ฏ๐ฐ๐ฎ๐ช๐ถ๐ฎ 31:8)